Wedstrijdverslag Egmond-Pier-Egmond

Egmond-Pier-Egmond: de moeder der aller strandraces, of in ieder geval de grootste. Afgelopen weekend stond hij weer op het programma en zoals ieder jaar waren de verwachtingen weer hooggespannen. Het nieuwe parcours beloofde, na wat verkenning, in ieder geval een behoorlijke verbetering te zijn. De oude situatie was in de ogen van veel mensen onhoudbaar, het is veel te gevaarlijk om  met de voorste groepen nog 2500 man tegemoet te rijden na het keerpunt. Wat extra technische uitdaging kon ook geen kwaad en ook daar was rekening mee gehouden. Inclusief het keerpunt mochten we op de terugweg nu 3 keer het strand af en weer op, zowel fysiek als technisch behoorlijk wat lastiger.
 
De start was dit jaar al vroeg en door de dichte mist was het maar net aan licht toen het startschot om 9 uur viel. Ik stond opgesteld op de 2e rij en voor mij waren ze niet helemaal lekker weg. Ik kon snel in wat gaten springen en reed zo als 5e op de eerste bocht aan. Hiermee zat ik net voor het gewring waar ik al een paar jaar last van had bij de start en na nog een paar gladde bochten kwam ik op een zetel aan bij de strandopgang. Die lag er vrij gemakkelijk bij, waardoor we direct met hoge snelheid het strand op kwamen.
 
Ockeloen reed gelijk op een kleine voorsprong op kop, ik wachtte even tot de groep zich organiseerde. Hoewel er weinig wind stond was het toch lastig koersen, het strand lag er op veel plekken verraderlijk bij waardoor het zaak was redelijk voorin te blijven. In het spervuur van aanvallen hield ik me koest, wetende dat de terugweg de koers voor het grootste deel zou gaan bepalen.
 
Bram Rood en Rick van Breda openden de vroege vlucht en wisten enkele honderden meters voor het peloton uit te blijven. Rood reed vlak voor Wijk aan Zee lek, Van Breda zette zijn moedige poging om vooruit te blijven toch voort. Ondertussen hield ik mijn teller strak in de gaten, want het was door de dichte mist niet te zien wanneer we bij het keerpunt kwamen.


Foto: helemaal links het grote peloton. Rechts, vlak naast de auto, Van Breda en Rood in de vroege vlucht. 

Ineens doemde de pier uit het niets op en op het laatste moment schoof ik naar voren in de groep. Het laatste stuk van de afgang was pittig en samen met Ronan en Jasper kwam ik als eerste op het asfalt. Ik nam de kop over van Jasper, en waar ik dacht dat we de hele weg tot onze beschikking zouden krijgen was er een pad van 2 meter breed tussen de hekken. De groep was nog gigantisch en ik zat niet te wachten op gedrang voor de trap tegen het duin op, die enkele honderden meters verderop lag. Op kop sleuren dan maar, even gleden mijn ogen over m’n hartslagmeter. Oei, HF190. Maar het voelde nog goed dus ik deed maar net alsof ik dat niet had gezien.

Alleen Jasper kwam nog even langszij voor de trap. Hij stapte echter af om de trap te lopen, ik kon aan de rechterzijde fietsend omhoog. Misschien niet veel sneller, maar wel veel beter om ritme te houden. Bovenop het duin was er maar een spoortje dat echt lekker liep en ik kon hem perfect volgen. Jasper en ik gaven gas, en zo onstonden er behoorlijke gaten achter ons. Eerstgenoemde reed op het strand solo nog even een stukje vooruit maar ik zag al snel dat dat niet ging lukken en liet me terugzakken in de groep.

Er werd niet heel lekker samengewerkt maar toch bleven we vooruit met een man of 10. Ondertussen was Rick van Breda nog steeds alleen vooruit en de jacht op hem werd geopend. Bij Castricum ging het tempo opnieuw flink omhoog. Ik kon tot mijn verbazing goed volgen, veel beter dan in de weken ervoor. Op weg terug naar het strand, na de parkeerplaats, reed ik vlak achter Ockeloen. Ik had vooraf al besloten de strobalen niet te springen maar wist dat Jasper dat wel ging doen. Het verschil dat hij daarmee maakte was nog veel groter dan ik dacht dus ik moest alle zeilen bijzetten.

Ik probeerde het gat te dichten en reed vlak achter hem toen we bij de vloedlijn kwamen. Er was alleen niet genoeg power meer beschikbaar om het laatste verschil te beslechten en ik zag hoe hij net de oversteek kon maken naar Rick. Dat voelde even zuur, had ik nu de balen toch maar gesprongen. Gelukkig kwam onze groep snel bij elkaar en dat waren allemaal sterke mannen.

Toch kwam een echte samenwerking niet op gang, er werd teveel naar elkaar gekeken waardoor we op hollen en stilstaan waren aangewezen. Het begon me op te breken en even zat ik in de achterste gelederen van de groep met het eind in de bek. Vlak voor Egmond stabiliseerde het tempo toch weer iets en kon ik even bijkomen voor de laatste afgang. Ik bleef zo lang mogelijk in het wiel en lanceerde mezelf van daaruit het mulle zand in.


Foto: de laatste afgang bij Egmond. 

Sinkeldam kwam als eerste van het strand, Zonneveld zat daarachter en daarna volgde ik met o.a. Van Zandbeek en Slik. Het laatste stuk is altijd verraderlijk zwaar, met vanaf het strand een listig klimmetje naar de boulevard. Van Zandbeek leek volledig stuk te zitten en ik kwam langszij, op de macht en met een beetje reserve reed ik op de laatste bocht aan. Achter me hoorde ik de rest iets langer remmen dan en vanuit de bocht ging ik weer iets eerder op het gas. De registers gingen nog even helemaal open, waarmee ik de 5e plek veilig wist te stellen. Een paar seconden van het podium, waar ik in eerste instantie natuurlijk van baalde.

Toch was ik al snel tevreden, ik had weinig specifieke trainingen gedaan richting deze race en mijn basisconditie lijkt veel beter te zijn dan in de afgelopen jaren. Dat motiveert enorm om de laatste voorbereidingen richting de start van het seizoen aan te vangen.


Foto: Op enkele seconden van het podium. Voor mij Zonneveld en Sinkeldam.

LAATSTE NIEUWS

De nieuwe Schwalbe Racing Ralph/Racing Ray: Als een van de eersten mocht ik dit nieuwe dynamische duo onderwerpen aan een duurtest. Dat viel zeker niet tegen, lees snel mijn bevindingen over mijn nieuwe weapon of choice!

  [ lees verder ]