Wedstrijdverslag Veldslag om Norg

Men moet hooien als de zon schijnt, zoals een oudhollandsch gezegde luidt. Met de huidige vorm reden genoeg om mij dit weekend richting het Drentse Norg te begeven voor de Veldslag om Norg. Nu ik dit gevoel te pakken heb wil ik deze vasthouden en waar mogelijk nog wat verbeteren. Door het gebrek aan wedstrijden in de eerste helft van het seizoen is koersen daarop het antwoord. Met ambities voor de overwinning maakte ik vrijdagavond het tripje over de Afsluitdijk om een nachtje bij de fam. Bonder te te verblijven. De koers zou zaterdag vroeg van start gaan en een beetje extra rust in een druk wedstrijdprogramma kan dan net het verschil maken.

De Veldslag had nog niet eerder op mijn programma gestaan maar van de jongens die hem al eens hadden gereden begreep ik dat het een loeisnelle wedstrijd was. 100km lang, en in het platte Drentse landschap zouden die op topsnelheid worden afgelegd. De regen van de dagen ervoor had ervoor gezorgd dat de vele zandpaden waar we overheen moesten er erg snel bij lagen.

Om 09.30 viel het startschot waarna er een korte neutralisatie volgde. Er werd al behoorlijk nerveus gereden en na het vrijgeven van de koers sloegen we er als dolle paarden vandoor. Veel van de eerste paden waren breed maar hadden eigenlijk maar een goed spoor en het was dringen voor de goeie posities. Ik was constant aan het stuivertje wisselen maar begaf me wel de hele tijd in de voorste gelederen.

Foto: grote groep in de beginfase

Het tempo lag verschrikkelijk hoog, eigenlijk reden we nergens langzamer dan 35 aan het uur en door de groepswerking konden ook de wat mindere goden nog goed meekomen. Dat maakt de situatie nog nerveuzer, omdat ook zij de voorste posities proberen te pakken. Om niet klem te komen te zitten achter valpartijen in mul zand kwam er behoorlijk wat ellebogenwerk aan te pas om m’n plekje te verdedigen.

De bepijling van het parcours was ook niet overal even overzichtelijk, wat voor extra spanning zorgde. Al snel gebeurde hetgeen waar ik bang voor was: verkeerd rijden. Op een singletrail was onduidelijk waar heen moesten, ik volgde even de lokale jongens maar draaide vervolgens weer om omdat dit pad het ook niet leek te zijn. Dat bleek de juiste zet, al snel zagen we weer een pijl. Er was nu wel een man of 5 samen doorgereden op het verkeerde stuk en doordat het merendeel van de voorste groep was omgedraaid hadden zij nu een voorsprong. Tot overmaat van ramp was er weer een enorme groep aangesloten en werden de kaarten opnieuw geschud.

Na een kilometer of 25, die we met drie kwartier hadden afgeraffeld, kwamen we aan bij de eerste en enige bult van de dag. ik had niet de illusie dat zo’n kleine heuvel zo vroeg in de race een scherprechter kon zijn maar de groep was nog wel veel te groot. Voordat ik een tandje bij kon schakelen nam Anne-Mark van der Vlag al het initiatief en ik volgde in 6e positie. De ‘skibult’, zoals de heuvel bij Kloosterveen wordt genoemd, moesten we in totaal 3 keer bedwingen. De mannen voor me gaven al flink gas en ik zat nog mooi op reserve dus ik gaf een paar trappen extra en kwam samen met Thom Bonder als eerste boven.

Foto: aanvallen op de skibult

Achter ons kraakte het al wat en er leek maar een paar man te kunnen volgen. Thom reed nog steeds op kop en onderaan nam ik over waarna ik het tempo hoog hield op het volgende vlakke stuk. Als we ergens een verschil wilden maken moest het hier. Even verderop lag nog een soortgelijke bult. Ik nam de kop over, ramde staand omhoog over het knollige gras en zag dat we een klein gaatje sloegen.

Thom wist me te vertellen dat er nog een steile bult lag en dit was de genadeklap. Samen met 5 anderen bleven we over en ik zat er nog erg fris bij. Het was nog vroeg in de race, maar getuige het gemak waarmee we dit verschil maakten was dit misschien wel de volgende 75km vol te houden. Bovendien waren het met Thom Bonder, Tim Smeenge, Jasper Ockeloen, Marc de Maar, Gerben Mos en ik zelf alleen maar mountainbikers.

Die zijn niet bang om de schouders eronder te zetten en zo geschiedde. Het tempo werd opgevoerd en, zo bleek achteraf, hielden we de achtervolgers 20 minuten lang op 200 meter waarna ze uiteindelijk knakten. De voorsprong groeide daarna snel en ik voelde me de hele tijd goed. Op een vlak parcours is het eigenlijk onmogelijk om alleen weg te rijden, zeker als er nog zo’n lange afstand te gaan is.

Ik leek niet de enige te zijn die dat doorhad en daardoor werd er gelukkig goed samengewerkt in de kopgroep. Tot het begin van de finale gebeurde er niet veel spannends, buiten Tim Smeenge die na een keer pech terug wist te komen maar na de tweede keer definitief gelost werd en Ockeloen die buiten mijn zicht werd uitgeschakeld door een crash. De Veldslag deed zijn naam duidelijk eer aan.

Foto: de beslissende kopgroep

Verbazingwekkend genoeg hield de samenwerking tot diep in de finale goed stand. Ik voelde me nog steeds erg fris en was op m’n hoede voor de verraderlijke laatste trails, die door een dikke plensbui erg glad waren geworden. Met nog 5km te gaan nam ik uit voorzorg alvast de kop op die paden, omdat ik niet wist hoe de route naar de finish was.

Het bordje ‘nog 2km’ passeerden we al snel doordat het tempo flink omhoog was gegaan. We reden op een fietspad en ik nam snel weer de kop voor de volgende trail, ervan overtuigd dat dit de laatste zou zijn voor de finish. Ik trok het gas vol open maar na een paar honderd meter kwamen we weer op een breed pad. 750 meter verderop zag ik de verkeersregelaars staan, en ik besefte me dat ik misschien wel veel te vroeg aan was gegaan. Toch had ik al een klein gaatje en met m’n tong op m’n stuur wist ik Gerben en Marc op 5 seconden te houden, Thom had inmiddels al gelost.

Het was onderhand al een sprint van bijna 2 kilometer en het zuur zat tot in m’n keel. De mannen zaten nog maar op een paar seconde en reden als hongerige wolven achter me aan. Ik herkende nu eindelijk de omgeving weer. Het zou nog maar een paar honderd meter zijn en ik liet mezelf even op adem komen op de laatste singletrail om op te laden voor de laatste sprint.

Foto: laatste sprint richting de finish

Daarin wist ik Marc net af te houden, op het laatste rechte stuk sprintte ik weer bij hem vandaan en pakte ik de winst. Na 3 uur en 18 minuten koers met ruim 30km/u gemiddeld wederom een overwinning waar ik erg trots op ben, het veld was erg sterk en de koers moest tactisch ook slim gereden worden. Het vertrouwen stijgt voor de laatste belangrijke koersen van het seizoen!

Foto hieronder: interview met RTV Drenthe, die kan je hier bekijken.

LAATSTE NIEUWS

De nieuwe Schwalbe Racing Ralph/Racing Ray: Als een van de eersten mocht ik dit nieuwe dynamische duo onderwerpen aan een duurtest. Dat viel zeker niet tegen, lees snel mijn bevindingen over mijn nieuwe weapon of choice!

  [ lees verder ]