Wedstrijdverslag NK Marathon

Gisteren was het na een paar maanden voorbereiding eindelijk zo ver, het uur U. Vanaf de Trans Schwarzwald begin augustus hadden alle wedstrijden en trainingen in meer of mindere mate in het teken gestaan van het NK marathon. De voorbereidingen waren allemaal erg goed verlopen en ik voelde me ontzettend fit. Dat moest ook wel, want het startveld was gigantisch sterk en het parcours sneller dan ooit. De wegrenners die aan de start stonden konden zeker goed uit de voeten in de droge omstandigheden dus het aantal kanshebbers op de titel verdubbelde in een keer.

Ik werd als 2e opgesteld en mocht plaatsnemen op de eerste rij. Om 10.00 viel het startschot en de ketting kon gelijk helemaal naar rechts want het tempo lag hoog. Achter mij hoorde ik binnen 300 meter al het geluid van schrapend carbon en aluminium op het asfalt, dat kon alleen maar een fikse valpartij zijn. Na een paar kilometer werd de weg veel breder en begon het gedrang voor de eerste smalle passage pas echt, met een paar vlotte manoeuvres wist ik m’n plek voorin vast te houden. We draaiden door een kleine doorgang het welbekende weiland op met het eerste korte kluffie en stormden daarna door naar de startklim. Hier trok Lindeman (LottoNL-Jumbo) het gas open en binnen de kortste keren piepte en kraakte het peloton aan alle kanten.

 

Ik kon goed volgen maar de groep bleef erg groot doordat het parcours er zo snel bij lag. De wegrenners hielden het tempo op de open stukken ontzettend hoog, 40-45 km/h over los puin en grind was geen uitzondering. Mede door de hoge snelheden vielen de eerste slachtoffers van materiaalpech al snel. Kettingen die van tandwielen trilden, stootlekken door een klap op een steen of aflopers door de net gesnoeide meidoorns die overal langs het parcours stonden, het passeerde allemaal de revue.

Na een kilometer of 40 kwamen we aan bij de eerste lastige passage waar je een paar keuzes kon maken, die ik gelukkig goed had verkend. Bij de rivier koos ik ervoor om de brug te vermijden en er gewoon doorheen te rijden. Ik stak van plaats 5 naar 3 door en er volgde een korte steile klim, met daarna een trap die je moest lopen. Als je verder omhoog ging en vervolgens recht naar beneden de brandgang in reed kon je blijven fietsen. Van Houts kwam langszij en hij had hetzelfde plan als ik dus we pakten met zijn twee een fikse voorsprong van 100 meter. Het verschil tussen de wegrenners en mountainbikers tekende zich snel af. Van Houts trok van kop af door en Ockeloen was de enige die kort na de trap aan kon sluiten.

Het gevoel was nog erg goed maar op een van de volgende afdalingen voelde ik dat m’n achterband afliep en ik zwalkend door de bochten ging. De regen van lekke banden ontzag mij dus ook niet maar het gat was gelukkig gedicht door de Schwalbe Doc Blue antilekvloeistof. M’n band was wel echt te zacht om mee door te rijden dus ik twijfelde wat ik moest doen: van de fiets om bij te vullen met een patroon of een paar kilometer doorharken naar de volgende post om een wiel te wisselen. Het werd het eerste, waarmee ik wel de kopgroep moest laten lopen.

M’n ventiel vroor vast dus het duurde allemaal wat langer dan gehoopt maar ik kwam gelukkig samen met Bram Rood te rijden toen ik weer opstapte. Bram had alleen niet heel veel macht in de poten en ik begon in m’n eentje ook niks tegen de kopgroep van 10 die als dwazen doorreden. Samen hielden we tempo om de schade te beperken en wonderwel begonnen we een uur later mannen uit de kopgroep op te rapen.

Beemer en Peters waren de eerste en zij hadden het tempo er ook nog lekker in dus we konden wat makkelijker gang maken. Dat voorkwam niet dat er van achteren nog een groep aansloot met o.a. Bekkenk, Mos en Verhoeven maar dat vond ik niet erg. Op dit rondje gold het motto: hoe meer zielen hoe meer vreugd. We reden met de groep voor plaats 7 in de wedstrijd.


Er werd flink doorgejekkerd en Bekkenk rammelde af en toe even aan de boom. Ik kon goed volgen maar vond het nog te vroeg om zelf aan te vallen want de finale was gewoon heel snel en de groep kwam telkens bij elkaar. Tien kilometer voor het einde, vlak voor een van de laatste steile klimmen, nam Bekkenk het initiatief. Peters volgde in zijn wiel en ik zat daarachter. We stoven van de afdaling af en vlak voor de klim raapten we Tankink op. Hij liet ons passeren want het mooie was er wel van af en Bekkenk trok door op het steile stuk. Ik volgde makkelijk, op de uitloper schakelde ik drie tandjes op en ging ik erlangs.

Peters en Bekkenk konden volgen, de rest van de groep moest passen: de finale voor plaats 6 (5 voor het NK) kon beginnen. De volgende paar kilometer waren heel snel, we werkten goed samen en trokken het gat verder open. Op een paar korte klimmetjes ging ik even staan en ik leek daar beter te zijn.

Bovenaan de laatste klim was wel duidelijk dat het een sprint ging worden. Het verschil was onoverbrugbaar voor de achtervolgers dus ik moest alles alleen nog heel houden. Niemand schuwde het werk in de slotfase en pas in de laatste 500 meter keken we naar elkaar. De laatste bocht naar rechts, het asfalt op, sprintte ik Bekkenk uit het wiel. One man down maar de sprint was te lang om in een keer door te trekken, ik liet Peters aansluiten en het tempo zakte even. Met 100 meter te gaan ging ik weer van kop af aan en wist ik de sprint te winnen.

Met plaats 6* overall en 5 op mijn eerste Elite NK was ik gezien het wedstrijdverloop dik tevreden. Ik wist me mooi terug te knokken vanaf plaats 12 en kon een sterke finale uit de benen persen. Woensdag vertrek ik samen met mijn vader naar Girona voor een World Series marathon, daar kijk ik met de huidige vorm erg naar vooruit.

*: Ruben Scheire (BE) werd vijfde en telde niet mee in de uitslag van het NK

LAATSTE NIEUWS

De nieuwe Schwalbe Racing Ralph/Racing Ray: Als een van de eersten mocht ik dit nieuwe dynamische duo onderwerpen aan een duurtest. Dat viel zeker niet tegen, lees snel mijn bevindingen over mijn nieuwe weapon of choice!

  [ lees verder ]