Wedstrijdverslag NK Marathon

De weg naar het NK marathon toe bevatte een paar flinke obstakels maar in de twee maanden voor de race liet ik zien een kanshebber te zijn op het rood wit blauwe tricot. Met flink meer ervaring op zak dan de afgelopen jaren kon ik goed omgaan met de druk die daarbij komt kijken. Daar ben ik zelf voor het grootste deel debet aan maar mijn uitslagen en races van de laatste tijd schiepen vanzelfsprekend ook verwachtingen bij de mensen die mij volgen. Op de avond voor de race gingen de hemelsluizen ook nog wagenwijd open, rond een uur of 3 ’s nachts was het een waar kabaal in de camper door de regen die op het dak kletterde. Precies waar ik op had gehoopt.

De dag van de wedstrijd zelf begon nog even droog, tot de start van de warming up. Daar ging de regen op dezelfde stand verder als ’s nachts: standje brandslang. Tijdens de verkenning daags voor de race lagen enkele stukken er nog redelijk droog bij, daar kon nu geen sprake van zijn.

Na het afronden van de warming up hield mijn Garmin ermee op. Geen enkele toetsencombinatie kon het apparaat nog tot leven wekken en zonder ben ik in een marathon wel echt onthand. Ik heb een vast eetschema in de race, gebaseerd op de gereden tijd, en kan zonder ook niet zien wanneer ik in de posten kom voor een verse bidon en voeding.

Foto: na wat stress relaxed aan de start

Gelukkig zag ik vlak voor de start Perry Wit staan, een ploegmaat van m’n broertje. Die wilde de zijne afstaan vlak voordat het oproepen voor de start begon. Ik kon nog net mijn eigen sensoren (hartslag- en vermogensmeter) koppelen en wat gegevensvelden in het scherm veranderen voor ik werd opgesteld. Na uittredend kampioen Jasper Ockeloen werd ik als 2e opgeroepen voor een plek op de eerste rij. Meestal is die plaats met een marathon niet zo belangrijk, ware het niet dat dit de Bart Brentjens Challenge is. Een garantie voor een hectische start met 4 nerveuze eerste kilometers over voornamelijk asfalt.

De eerste kilometers tot aan het eerste lange onverharde stuk was het duwen en trekken voor de goede posities. Ik reed telkens bij de eerste tien maar moest flink wat moeite doen om die positie vast te houden. Op het moment dat we van het asfalt af draaiden vielen de technisch minder vaardige mannen direct af. Op sommige plekken leek het parcours wel een zeephelling en was het lastig om op het wiel te rijden. Zelf had ik op safe gespeeld met de bandenspanning en m’n fiets gleed af en toe wat meer dan ik gewend was. Na een paar kilometer kreeg ik het benodigde vertrouwen en liet ik de voorste posities niet meer gaan.

Foto: al vroeg in de race onherkenbaar 

De snelheid lag ondanks de zware omstandigheden (15cm diepe bagger op de veel stukken) erg hoog. De Lotto-Jumbo trein trok flink hard op kop en met name Bert-Jan Lindeman deed opvallend veel en lange kopbeurten. Het werd al snel angstvallig stil in de groep en achter ons ontstonden de eerste gaten. De teller bleef uiteindelijk tot ruim na het eerste half uur boven de 30 gemiddeld steken.

Zelf had ik na tien kilometer even een paniekmoment. De groep reed dicht bij elkaar op het wiel op een klim, ik zat in 4e of 5e positie. M’n voorwiel blokkeerde door een tak of steen die tussen m’n voorvork en band klem kwam te zitten. Die dwong mij onvrijwillig en niet geheel gecontroleerd over het stuur af te stappen. Achter me klapte iemand op mijn fiets en er ontstond even een getrek aan het materiaal. Hans Becking maande gelukkig tot rust, ik kon m’n fiets daardoor vlot los trekken en stapte snel weer op om het ontstane gat te dichten. Op het volgende vlakke stuk voelde ik dat m’n derailleur niet meer naar behoren werkte. M’n zwaarste drie versnellingen kon ik nog maar sporadisch gebruiken en zeker op de vele snelle stukken die het parcours kent miste ik die verzetten.

Toch viel niet veel later, al na een kilometer of 25-30,  de beslissende move waar ik in mee kon. In de Belgische Voerstreek wachtte ons de eerste rivierpassage die door de overvloedige regenval diep en snelstromend was geworden. Tot boven de naven reden we door het water en ik maakte me op voor de steile klim die eraan kwam. Ockeloen en Boom reden voor mij en hij maakte een onverwachtse move. In plaats van de brug over te steken, waar hij al met zijn voorwiel op stond, en de klim te pakken reed hij opnieuw de rivier in.

Ik bedacht me dat dat inderdaad een snellere route was, snel plantte ik mijn fiets in de rivier en stapte ik weer op. Dat lukte wonderwel en zo reed ik 20 meter stroomopwaarts. Op het diepste stuk reed ik haast tot stuurhoogte door het water maar ik wist hem rijdend weer op het droge te krijgen. Dit is toch wel een van de mooiste dingen aan marathons: split second beslissingen.

Nog met een goede uitkomst ook, er onstond direct een klein verschil door deze gewaagde actie. Hans Becking en Bram Tankink namen een andere route en hoewel het verschil nog niet groot was bouwden we hem door een trap extra te geven flink uit.. Ik reed echt lekker omhoog en kon het tempo van Ockeloen en Boom makkelijk bijpoten.

Foto: op kop voor Lars en Jasper

Een aanval op 30km in een race van 115km lijkt erg vroeg, dat is echter wel waar een ronde als de Bart Brentjens Challenge om vraagt. De eerste helft is met afstand het zwaarst, steile en lange klimmen volgen elkaar in rap tempo op. De tweede helft bevat ook veel snelle vlakke stukken en het is lastig om daar het verschil te maken. Met een goed samenwerkende groep ben je voor eenlingen onverslaanbaar en voor andere groepen haast niet meer in de kraag te vatten.

We vonden elkaar al snel in een goede samenwerking en het kopwerk werd eerlijk verdeeld. Wel zag ik bij tijd en wijlen dat Jasper en Lars het zwaar leken te hebben, met name op het echt steile klimwerk. Dat deed me deugd en liet me steeds meer geloven in mijn kansen. Ik reed op de echt steile stukken veel op kop en deelde links en rechts wat speldenprikken uit maar zag geen kansen om een charge te doen.

Na een kilometer of 70 leek het nog even alsof we teruggepakt gingen worden door Becking en Tankink. Dat lieten we ons niet gebeuren en het tempo ging weer wat omhoog. Zelf kreeg ik het na een kilometer of 80 even lastig maar ik liet niet teveel merken. Een kopbeurtje minder en een gelletje extra en ik was er weer. Goed om te voelen.

Twintig kilometer voor de meet gaf Boom er een flinke snok aan. Er volgde een lastig stuk met veel drassige singletrails en ik moest echt even flink diep gaan om geen gaten te laten ontstaan. Al snel zag Boom dat het hem niet ging lukken en na een laatste poging op een steile klim kalmeerde de koers weer wat.

De laatste tien kilometer met daarin nog 2 zware klimmen naderden snel. Ik voelde dat ik sowieso niet genoeg power zou hebben om op de snelle tussenstukken weg te blijven en liet het initiatief uit de hoek van Ockeloen komen. Hij voerde het tempo in een afdaling op maar op de eerste van 2 klimmen bleef het bij elkaar.

Foto: vol in de finale op de voorlaatste klim

Op de slotklim reed ik op kop. Een rotding, want na een aanloop van enkele honderden meters ging het laatste stuk recht omhoog. De aanloop deed al flink zeer maar staand omhoog op het steile slot schoot ik bijna vol in de kramp. Het vooruitzicht op een mogelijke titel maakte echter dat ik snel herstelde.

M’n tactiek voor de sprint had ik eerder al bedacht en die was simpel. Door de haperende derailleur moest ik al ruim voor de sprint het zwaarste verzet erop hebben liggen, want in de sprint zou ik niet kunnen schakelen. Verre van ideaal uiteraard, zeker omdat Jasper en Lars beiden een goed eindschot hebben. Ik reed op kop om het tempo alvast wat hoger te maken zodat ik niet uit bijna stilstand hoefde te sprinten.

Boom ging als eerste aan en kwam al snel langszij. Ik kon niet genoeg snelheid maken om naast hem te blijven rijden en hij reed al snel een halve meter voor me. Ik gaf alles wat ik had maar kreeg het verzet niet vlot genoeg rond. Verdomme, ook Ockeloen kwam erlangs en het snelheidsverschil was veel te groot. Op plaats 3 en vloekend kwam ik over de streep maar de teleurstelling van de eerste paar minuten veranderde al snel in een mega glimlach.

Foto: de titel uit je handen zien glijden

Ik had alles eruit gehaald wat erin zat en ging met haperend materiaal de sprint aan. Het was geen schande om te verliezen van deze twee mannen. Zeker Boom behoeft geen verdere uitleg, ik ben echt trots dat ik de strijd aan kan met sterke renners uit de WorldTour. Voor nu ben ik tevreden met brons, volgend jaar gaan we weer voor de trui!

Van teleurstelling...

... naar een dikke glimlach

LAATSTE NIEUWS

De nieuwe Schwalbe Racing Ralph/Racing Ray: Als een van de eersten mocht ik dit nieuwe dynamische duo onderwerpen aan een duurtest. Dat viel zeker niet tegen, lees snel mijn bevindingen over mijn nieuwe weapon of choice!

  [ lees verder ]